Ik kon de mensen die in mij geloofden toch niet teleurstellen?

Rayvano van de Merwe (19) debuteerde onlangs in de Jupiler League tegen FC Emmen. Een kleine week later tekende hij zijn contract. Het was een mooie beloning voor het blessureleed dat hem bijna twee jaar aan de kant hield.

Je debuteerde in het eerste van FC Dordrecht op 30 maart tegen FC Emmen. Hoe was dat?

“Het hing al een tijdje in de lucht. Tegen Go Ahead Eagles zat ik bij de selectie, maar toen speelde ik nog niet. Onze andere aanvaller had last van zijn hamstring, dus die zou sowieso niet invallen. Toch had ik er niet direct op gerekend. Er zat ook niemand voor mij op de tribune. Mijn moeder en broer hebben me wel via social media gevolgd. Toen het 0-3 stond zei de trainer: ‘Ga maar warmlopen.’ Ik vond het spannend. Voor het eerst spelen in een vol stadion. Vanaf het moment dat ik erin kwam, ging Emmen meer druk zetten. Daarom kon ik als aanvaller minder laten zien. Maar ik heb mijn best gedaan en mijn meters gemaakt.”

Een kleine week daarna werd je een contract aangeboden.

“Ja. Ik had wel eens met de technisch directeur gesproken over hoe dat dan gaat, een contract tekenen, maar ik had niet het idee dat ze me al wilden laten tekenen. Dordrecht heeft een afspraak gemaakt met John Veldman en toen bleek dat ze me een contract wilden aanbieden. Dat was mooi. Binnenkort ga ik tekenen. Ik ben dan voor twee jaar aan FC Dordrecht verbonden.”

Niet gek voor iemand die eigenlijk net weer kan spelen…

“Klopt. Ik was twintig maanden uitgeschakeld vanwege een knieblessure. Tijdens een wedstrijd kwam ik in botsing met mijn tegenstander. Later bleek dat mijn knieband was afgescheurd en dat mijn meniscus beschadigd was. Na twee operaties moest ik nog een keer geopereerd worden vanwege overtollig littekenweefsel. Het was een moeilijke tijd. Om me heen zag ik vrienden debuteren en contracten tekenen. Ik zat vijf keer per week in het krachthonk. Ik heb veel steun gehad van thuis en van de club. Dat motiveerde me om door te zetten. Ik kon al die mensen die in mij geloofden toch niet teleurstellen?”

En dan te bedenken dat je eigenlijk keeper was.

“Ja. Ik heb in de jeugd zelfs bij Feyenoord gekeept. Maar het was gewoon niet echt mijn ding. Ik heb echt getwijfeld. Toen ik voor het veld had gekozen speelde ik bij EBOH eerst een seizoen in de C, daarna een halfjaar in de B1 en toen een halfjaar met het eerste, derde klasse. Daarna werd ik gevraagd door Dordrecht. Mijn keus pakte goed uit, maar het was moeilijk. Ook omdat mijn opa mij graag zag keepen. Hij ging altijd met me mee. Sommigen dachten zelfs dat hij mijn vader was. Twee jaar geleden is hij overleden. Het is jammer dat hij mijn debuut niet meer mee heeft mogen maken. Het was ook zijn moment geweest. Zonder hem was ik nooit zo ver gekomen.”